Artikel 7:628-a van het Burgerlijk Wetboek stelt dat voor elke keer dat een medewerker wordt opgeroepen je minimaal 3 uur loon moet uitbetalen. Voorwaarden hiervoor zijn dat de medewerker een contract heeft voor minder dan 15 uur per week en er geen afspraken zijn gemaakt over de werktijden. Deze regel is ook van toepassing wanneer je een medewerker na 2 gewerkte uren (bijvoorbeeld i.v.m. weersomstandigheden) naar huis stuurt.
Je mag een medewerker alleen minder dan 3 uur uitbetalen wanneer dit tijdig vóór aanvang van de werkzaamheden is overeengekomen met de medewerker. Je kunt dit aantonen middels een door de medewerker geaccordeerd rooster.
Het rooster moet minimaal bestaan uit:
- een e-mail, app-bericht, overzicht of iets dergelijks waarop de naam van de medewerker en de begin- en eindtijd van de werkzaamheden zijn vastgelegd.
- een akkoord van de medewerker dat hij/zij bevestigt dat hij/zij ruim voor aanvang van de werkzaamheden (dus niet pas één of twee dagen van te voren) op de hoogte is van zijn/haar werktijden en daarmee akkoord gaat.